Michael Puett is hoogleraar Chinese geschiedenis aan de Universiteit van Harvard en zijn colleges trekken volle zalen. Met één van zijn ex-studentes, journaliste Christine Gross-Loh, schreef hij een boek over Chinese filosofie: The path, in het Nederlands vertaald als De weg.
Volgens de auteurs zijn veel Westerse zelfhulpboeken er op gericht de lezers te helpen te worden wie ze zijn. De Chinese denkers die in het boek worden besproken zien dat echter als een nodeloos inperkend streven. Alsof bij voorbaat al vast zou liggen wie je bent en je dus geen flexibel wezen met oneindig veel mogelijkheden zou zijn! Een mens moet zich niet afvragen “ wie ben ik werkelijk?” maar “wie zou ik willen zijn?”
Het antwoord op die laatste vraag ligt volgens hen in het aanscherpen van onze instincten, met als doel om in de meest uiteenlopende situaties op een goede en ethische manier te kunnen reageren. Het gaat er dus niet primair om gelukkig te zijn: het gaat er om een goed mens te zijn en dat word je niet door jezelf terug te trekken uit de wereld, zoals monniken dat doen. Ook word je dat niet door lang en diep na te denken over grote ethische vraagstukken, zoals veel Westerse filosofen. Nee, dat doe je bijvoorbeeld door in de meest alledaagse situaties te experimenten met alternatief gedrag.
Hoewel ik me afvraag of de tegenstelling echt zo scherp is, vond ik het wel een interessante gedachte. Worden wie je in aanleg bent, heeft me altijd al een beetje een onbegonnen zaak geleken. In aanleg zijn we immers nog niet zoveel – een hoopje genen, een temperament, volkomen afhankelijk van onze verzorgers. Zonder hen en zonder hun invloed zijn we niets en worden we op z’n best een wolvenkind. Het is dankzij hen, en dankzij alles wat we in de loop van het leven meemaken, dat we patronen ontwikkelen in ons doen, denken en voelen. Dat we gaandeweg een persoonlijkheid ontwikkelen en kunnen functioneren in de maatschappij.
Zeker, we komen zelden helemaal ongeschonden uit dit proces van wording en aanpassing tevoorschijn. Vroeg of laat ontstaan er momenten waarop we niet helemaal blij zijn met het resultaat. Hoe goed iedereen het misschien ook bedoeld mag hebben, we zijn toch niet helemaal begrepen, er is onvoldoende onderkend wat we werkelijk nodig hadden en we hebben dingen meegemaakt die ons geen goed hebben gedaan. Met als resultaat trauma’s, angsten, depressies en frustraties. En ja, misschien ook het gevoel onszelf ergens onderweg te zijn kwijt geraakt.
Een docent psychopathologie vroeg ons studenten ooit: kun je als een ideale ouder voor jezelf zijn? Iemand die met mededogen tegen je zegt “volgens mij ben je nu verdrietig”. Herkennen en erkennen wie je op dat moment bent, mild en zonder oordeel, zonder het gevoel afgewezen te worden: dat is wat je ervaart als je mindfulness en zelfcompassie beoefent. En het paradoxale is dat er, wanneer je dat doet, juist ruimte kan ontstaan om te worden wie je graag zou willen zijn.