Parallel aan elkaar las ik ‘De depressie-epidemie’ van Trudy Dehue en ‘Kikker gaat fietsen’ van Maarten van Buuren. En deze combinatie pakte aardig uit. Want waar Trudy Dehue het fenomeen depressie in een historische en wetenschapsfilosofische context plaatst, vertelt Maarten van Buuren zijn eigen verhaal. En wat dan opvalt is hoezeer het grote verhaal, zoals geschetst door Dehue, het persoonlijke verhaal van Van Buuren bepaalt.
Van Buuren is werkzaam als hoogleraar Frans wanneer hij van de ene op de andere dag wegzakt in een depressie. Dat weet hij alleen nog niet. Hij heeft dan al jarenlang uiteenlopende klachten die hij pas na een bezoek aan een psycholoog onder deze noemer kan samenbrengen. Er vindt een ware paradigmaverschuiving plaats. Hij, Maarten van Buuren, depressief? Jawel, en kennelijk zit het ook nog eens in de familie. Van Buuren treft een moderne psycholoog die voorstelt om op de problemen in het heden te focussen. Hij zal alleen het verleden in duiken wanneer daar een noodzaak toe ontstaat. Dat verhindert Van Buuren niet om zijn verleden met deze nieuwe wetenschap – ik ben depressiegevoelig – in een ander daglicht te gaan bezien. Alles kantelt en schuift en geleidelijk aan ontstaat er een geheel nieuw levensverhaal.
En dat nieuwe verhaal is door Van Buuren op authentieke wijze beschreven. Maar tegelijkertijd heeft hij het opgehangen aan dat wat we tegenwoordig weten – of menen te weten – over depressie. Het verhaal bevat zowel nature als nurture elementen, maar toch vooral veel nature. Passend bij de wind die momenteel waait. Zo staat Van Buuren lang stil bij zijn kille en harde moeder, om te concluderen dat ook zij depressief moet zijn geweest. Hij heeft het waarschijnlijk van haar geërfd. Hoe het is om door een depressieve moeder opgevoed te worden, krijgt veel minder aandacht. Het is een herkenbaar proces. Ieder van ons stelt het verhaal van zijn of haar leven immers samen op basis van de eigen ervaringen en waarden, in het licht van de kennis en visie van dat moment. En zo vormen wij onze eigen waarheid, die dus ook altijd een tijdsgebonden waarheid zal zijn.
Ik hoor dat veel mensen zich herkennen in “Kikker gaat fietsen”. Het is een bekende paradox: dat juist een gedetailleerde beschrijving van een persoonlijke ervaring voor velen zo herkenbaar kan zijn. En gedetailleerd beschrijven is wel toevertrouwd aan de perfectionist Van Buuren. Zo wijdt hij maar liefst drie pagina’s aan de verbouwing en herinrichting van zijn boekenkast. Toch las ik het in één keer uit. Omdat ik nieuwsgierig was naar het verhaal dat Van Buuren, expliciet èn impliciet, over zijn leven zou vertellen.
Kikker gaat fietsen! of over het leed dat leven heet, door Maarten van Buuren, uitgeverij Lemniscaat