Een paar jaar geleden volgde ik bij het CVM een workshop van Ronald Siegel, hoogleraar psychologie en docent aan Harvard Medical School. Samen met Christopher K. Germer (die je misschien kent van de Mindful Self Compassion training) publiceerde hij het boek Wisdom and Compassion in Psychotherapy. Siegel beweerde tijdens deze workshop dat onze neiging tot ‘ranking’, het bepalen van de eigen hiërarchische positie in vergelijking tot anderen, de allerlaatste hindernis vormt op de weg naar verlichting.
Niet dat ik ooit speciale aspiraties had gehad in die richting – het leek me altijd zo onbereikbaar. Maar dat dit dan de allerlaatste stap zou zijn, dat bevestigde wel hoe hardnekkig ranking is. Toch is het ook wel logisch. We zijn nu eenmaal dieren die in sociaal verband leven en dus is het voor ons van belang te weten ‘waar we staan’. Hoe verhoud ik mij tot anderen, bijvoorbeeld wat betreft intelligentie of fysieke aantrekkelijkheid? Daarnaast is het lastig en misschien zelfs wel onmogelijk om überhaupt iets waar te nemen zonder te vergelijken. Hoe kunnen we bijvoorbeeld licht herkennen als we niet weten wat duisternis is? Het zit ons dus in het bloed.
We betalen er echter wel een prijs voor, bijvoorbeeld in de vorm van afgunst, onzekerheid en gepieker. Meditatie adresseert deze neiging tot ranking, maar dat wil niet zeggen dat mensen die mediteren er ook minder last van hebben. Misschien is zelfs wel het integendeel het geval. Volgens William James, de grondlegger van de Amerikaanse psychologie, loopt iedereen die zich bezighoudt met persoonlijke ontwikkeling het risico zich beter te gaan voelen dan anderen. Dat dat ook geldt voor de mindfulnessbeoefenaar wordt bevestigd door onderzoek naar spirituele superioriteit van hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk en sociaal psycholoog Anouk Visser (Psychologie Magazine, nr.9 2021).
Vonk schreef al eerder: “Ons ego ligt altijd op de loer om ieder succes te kapen om de eigen individualiteit, grootsheid en bijzonderheid te bekrachtigen. Dat gebeurt bij successen in werk, sport of relaties, maar óók bij spirituele ‘successen’. Zodra je merkt dat je vordert in je spirituele ontwikkeling, springt het ego in een onbewaakt ogenblik achter de struiken tevoorschijn om het succes te kapen” (Spiritueel narcisme, Psychologie Magazine, februari 2015).
Scott Barry Kaufman wijst in het artikel in Psychologie Magazine van dit jaar op een alternatieve weg: “Gezonde transcendentie gaat gepaard met het jezelf confronteren met de werkelijkheid zoals die echt is. Zonder omhaal, met berusting en liefdevolle vriendelijkheid. En heeft dus niet als doel om boven de mensheid uit te stijgen. Het gaat over harmonieus deel uitmaken van het geheel. Dat betekent dat je er alles aan doet om de beste versie van jezelf worden, zodat je iets kunt bijdragen aan een betere wereld”.
Je hoeft niet beter te zijn dan anderen. Je hoeft alleen maar jouw unieke plek op deze wereld zo goed mogelijk in te vullen, op jouw eigen wijze, zoals niemand anders dat zou kunnen doen. Niet primair gericht op jezelf, maar in dienst van een groter geheel. Daar worden we ook nog eens gelukkiger van. Gewoon blijven oefenen dus. Maar misschien met net wat extra aandacht voor de trukendoos van het ego, die trouwe vriend die het nu eenmaal niet kan laten om het toch steeds weer even te proberen. De rakker!
Bronnen:
Roos Vonk, ‘Spiritueel narcisme’, Psychologie Magazine, februari 2015.
Scott Barry Kaufman, ‘Verlicht of verheven’, Psychologie Magazine 9, 2021 (dit artikel met commentaar van Roos Vonk verscheen eerder in Scientific American).
Christopher K. Germer en Ronald D. Siegel, Wisdom and Compassion in Psychotherapy: Deepening Mindfulness in Clinical Practice, The Guilford Press: New York 2012.