Op dierendag jl. moesten we onze lieve poes Lilith laten inslapen. Een goede vriendin verzachtte het leed door me het boek Grief cadeau te doen. De auteur Michael Cholbi analyseert hierin vanuit filosofisch perspectief het fenomeen rouw. Daarbij stuit hij op een paradox. Enerzijds, zegt hij, gaat rouw gepaard met hele onaangename emoties en zou je het om die reden moeten willen vermijden of betreuren. Anderzijds is rouw waardevol en zouden we het dus juist helemaal niet moeten willen vermijden, sterker nog, zouden we zelfs dankbaar moeten zijn voor het feit dat we rouwen.
Dit herkende ik helemaal. Ik was heel erg verdrietig na het overlijden van onze poes, zag voortdurend voor me hoe ellendig ik haar die ochtend had aangetroffen, vroeg me dagenlang af of we wel echt alles hadden gedaan om dit te voorkomen en mis nog iedere dag haar aaibare aanwezigheid. Tegelijkertijd had ik deze periode van rouw niet willen overslaan. Het feit dat ik rouwde verbond me nog met haar en was tevens een eerbetoon aan dat wat ze voor me had betekend. Ik zou haar en mijn liefde voor haar schromelijk tekort hebben gedaan als ik gewoon weer was overgegaan tot de orde van de dag.
Om te laten zien wat rouw zo waardevol maakt vergelijkt Cholbi in zijn boek twee romanpersonages: Meursault, de hoofdpersoon uit l’Étranger van de Frans-Algerijnse auteur Albert Camus, en de Britse schrijver en theoloog C.S. Lewis (auteur van onder andere The Chronicles of Narnia). Na het overlijden van zijn grote liefde Joy Davidman is Lewis verwoest, zoals hij beschrijft in het onder pseudoniem gepubliceerde A Grief Observed.
Meursault daarentegen ondergaat het overlijden van zijn moeder gevoelloos. Hoezeer zijn gedrag wordt afgekeurd blijkt er wel uit dat hem dit nog sterker wordt aangerekend dan het feit dat hij iemand heeft vermoord (hoewel hier mogelijk ook een racistisch motief meespeelt, het slachtoffer is namelijk een Algerijn). Cholbi concludeert dat hoezeer je het mensen ook zou gunnen zo’n afschuwelijk rouwproces niet te hoeven meemaken, rouwen ten diepste je menselijkheid toont.
Cholbi onderzoekt in zijn boek wie en wat we nu eigenlijk precies betreuren wanneer we rouwen. En nadat hij andere kandidaten logisch redenerend heeft af geserveerd – je bent filosoof of je bent het niet – is zijn conclusie dat we in de kern rouwen om de veranderde relatie met de overledene. Let wel: veranderde, niet verdwenen, want de relatie gaat door, maar kan onmogelijk op dezelfde voet doorgaan. Dat betekent dus dat ook de nabestaande niet meer dezelfde kan blijven en een transformatie noodzakelijk is.
Op dit punt aangekomen begon ik toch meer herkenning te vinden in het overlijden van mijn ouders dan in dat van de poes. Zo is ook het verlies van kinderen toch wel een heel ander verhaal, zoals Evert van Zijtveld laat zien, vader van twee kinderen die omkwamen bij het neerhalen van de MH17. Van Zijtveld, in een interview voor NRC van 19 en 20 november jl.: “Wat is nog het doel in het leven? Daar hebben we samen een antwoord op gevonden. We hebben het gevoel dat onze kinderen vonden dat we verder moeten met ons leven. Voor dat gevoel zijn we dankbaar”. Om het gedachtegoed van zijn sociaal bewogen kinderen levend te houden richtte hij het Frederique en Robert-Jan van Zijtveld Fonds op.
Verlies is, zoals eigenlijk alles, niet eerlijk verdeeld over de mensheid, maar niemand ontkomt eraan. Het verschijnt op de deurmat in vele vormen en gradaties, zowel in ons persoonlijke als gemeenschappelijke leven. Naast persoonlijke verliezen (van geliefden, gezondheid, een gevoel van zekerheid) kampen we momenteel misschien wel allemaal met gevoelens van rouw vanwege de actuele wereldproblemen. De emoties die dat bij ons oproept zijn onaangenaam en willen we dan ook het liefst vermijden.
Maar zoals Cholbi laat zien wijzen deze emoties ons juist de weg. Het transformatieproces dat gepaard kan gaan met verlies leidt volgens hem tot zelfinzicht en uiteindelijk tot de kernvraag van de filosofie: hoe wil ik leven? Niet dat de nabestaanden daar op uit zijn of überhaupt beseffen dat dat is wat ze aan het doen zijn – ze hebben wel wat anders aan hun hoofd en in hun hart. Toch is volgens Cholbi een mogelijk neveneffect van het rouwproces dat je niet kunt blijven wie je was en jezelf opnieuw zult moeten uitvinden. En dat geldt niet alleen voor menselijke verliezen. Wijs rouwen is een taak waar we in welke vorm dan ook misschien wel allemaal voor staan, op dagelijkse basis.