Christopher Germer en Kristin Neff, door wie ik ben opgeleid als compassietrainer, zien als Amerikanen met lede ogen aan hoezeer hun land gepolariseerd is geraakt. Onlangs schreven zij dan ook samen een column waarin ze adviezen geven vanuit Boeddhistisch psychologisch perspectief over hoe verstandig om te gaan met verdeeldheid. Deze adviezen wil ik hier graag weergeven, omdat we ook in Nederland een verharding van het debat en een verdieping van de verdeeldheid zien over controversiële onderwerpen. Germer en Neff borduren in hun column voort op de theorie van Kristin Neff over zelfcompassie. Eerst een kleine opfrisser.
Volgens Neff hebben mensen vaak de neiging om zichzelf te isoleren wanneer ze het moeilijk hebben, zichzelf dan te veroordelen en het bredere perspectief te verliezen. Hiermee maken ze het zichzelf ongewild lastiger dan nodig is. Tegenslag is gemakkelijker te dragen wanneer je zelfcompassie beoefent, contact blijft houden met anderen (vanuit een besef van gedeelde menselijkheid), jezelf met mildheid bejegent en mindful blijft waardoor je zicht houdt op jezelf. Op die manier kun je steun ontvangen van de mensen om je heen, zien dat anderen ook zo hun gekkigheden en sores hebben en met afstand en mededogen naar jezelf en je situatie kijken zonder jezelf te verliezen in negatieve emoties en gedachten.
Dat is wat Germer en Neff inmiddels de yin-variant noemen van compassie: je erkent je pijn en je troost degene die lijdt, namelijk jezelf. En dat heeft grote voordelen, zoals onder meer blijkt uit onderzoek van Neff (het beoefenen van zelfcompassie helpt om stress, angst en depressie te verminderen en het draagt bij aan een gevoel van verbondenheid, tevredenheid met het leven en geluk). De auteurs hebben hier inmiddels een yang-variant aan toegevoegd, die ze fierce compassion oftewel krachtige compassie noemen. Immers: handelt een brandweerman die iemand uit een brandend huis redt niet ook vanuit compassie? En getuigt het niet van compassie om op te komen voor onrecht? Wat voor handvatten reikt het model van Neff aan om te handelen op basis van krachtige compassie?
Mindful omgaan met gevoelens van angst, verraad en woede doe je door ruimte te maken voor deze emoties in plaats van ze weg te stoppen of onbeheerst uit te leven. Dat betekent dat je je niet laat overheersen door die emoties maar ze op een constructieve manier kanaliseert.
Het tegenovergestelde van gedeelde menselijkheid is self-righteousness (wat je zou kunnen vertalen als zelfgenoegzaamheid, zelfingenomenheid of gelijkhebberigheid). Zelfgenoegzaamheid duikt gemakkelijk de kop op als je boos bent. Je voelt je moreel superieur aan de ander: die heeft ongelijk en jij weet het beter. De Boeddhistische psychologie adresseert heel direct deze diepgewortelde neiging van de mens om zich op meer of minder subtiele wijze te onderscheiden van anderen en zichzelf beter te vinden (of juist minderwaardiger). Daniel Siegel, die samen met Christopher Germer een bundel over wijsheid en compassie uitbracht, beweerde zelfs ooit tijdens een workshop dat het overwinnen van die neiging tot ranking de allerlaatste stap is op de weg naar verlichting. Geen kleinigheid dus.
Hoe kun je ervoor zorgen dat je in verbinding blijft met anderen? Germer en Neff citeren in dit verband het gedicht “Please Call Me by My True Names,” (2001) van de monnik en mindfulnessleraar Thich Nhat Hanh:
I am the child in Uganda, all skin and bones,
my legs as thin as bamboo sticks.
And I am the arms merchant,
selling deadly weapons to Uganda.
En Ram Dass (2016) zegt: “Alleen het mij in jou kan horen wat ik zeg.” Wat anderen doen is vaak onbegrijpelijk, totdat we hun perspectief innemen. Onbegrip komt nu eenmaal vaak voort uit onwetendheid. Als we ons verplaatsen in de ander wordt zijn of haar gedrag al snel veel minder merkwaardig. Waarbij natuurlijk niet ontkend moet worden dat er gedrag is dat schadelijk is en dat gedrag dan ook niet moet worden goed gepraat.
Tenslotte: hoe kun je vriendelijkheid betrachten terwijl je kwaad bent? Volgens Germer en Neff door grenzen te stellen maar niet te vervallen in vijandigheid. Kwaad te zijn over de zaak zonder teveel op de man te spelen. En ja, dat vraagt om rust, zelfbeheersing en wijsheid. Zien hoe complex een situatie is, aandacht hebben voor zowel de korte als de lange termijn gevolgen van een bepaalde handelswijze en op basis daarvan besluiten wat verstandig is om te doen. Een beetje minder ego, een beetje minder reactiviteit en een beetje meer nadruk op het geheel en je verbondenheid daarmee. Een diep besef dus ook van onze onderlinge afhankelijkheid, van elkaar en van de rest van de wereld (wat misschien ook nog wel eens aardig zou kunnen uitpakken voor het klimaat). Meditatie is één van de manieren waarop je die vaardigheden kunt ontwikkelen.
Germer en Neff besluiten hun column met een testje bestaande uit drie vragen:
Word ik beheerst door haat of boosheid? (mindfulness versus reactiviteit)
Voel ik mij moreel superieur? (gedeelde menselijkheid versus zelfgenoegzaamheid)
Wil ik dat mijn tegenstander lijdt? (vriendelijkheid versus vijandigheid)
Indien het antwoord ‘nee’ is en we daar wat wijsheid aan toevoegen, dan zou dat best wel eens iets kunnen bijdragen aan een betere wereld. Op dus naar een mindful 2019 met een mild oog voor het menselijke in de ander.