Afgelopen april bezocht ik een lezing van Jonathan Haidt in Tivoli/Vredenburg, georganiseerd door Brainwash. Haidt is die Amerikaanse sociaal psycholoog die zich zoveel zorgen maakt over het telefoongebruik onder jongeren. Je bent ‘m ongetwijfeld al tegengekomen in de media. In zijn laatste boek, The Anxious Generation (vertaald als Generatie Angststoornis), laat hij zien dat tussen 2010 en 2015, in de periode dat het smartphone- en sociale mediagebruik exponentieel begon te stijgen, jongeren in korte tijd veel meer mentale problemen ontwikkelden (naast lichamelijke als bijziendheid en vergroeiingen in de ruggengraat). Meisjes meer nog dan jongens. Bij hen ziet hij vooral een toename in angst, depressie en zelfverminking, bij jongens vooral sociaal isolement, verslaving (aan o.a. porno en games) en suïcide (meisjes doen ook pogingen, maar die van jongens ‘slagen’ vaker). Hij houdt daarvoor niet alleen hun intensieve telefoongebruik verantwoordelijk, maar ook de bedding waarin dat plaatsvindt: overprotectie in de ‘echte’ wereld. Hij schetst een situatie waarin kinderen en jongeren nauwelijks nog buitenspelen (hij heeft het hier over Amerika) en tegelijkertijd zo goed als vrij spel hebben op het internet, met alle gevolgen en gevaren van dien. Haidt geeft toe: een keiharde correlatie is niet aan te tonen. Maar andere verklaringen heeft hij niet voor die scherp stijgende toename in mentale problemen, die hij overigens ook elders ziet, bijvoorbeeld ook in Nederland. Bovendien: die smartphones zíjn toch ook gemaakt om de gebruiker aan zich te binden, niet te laten ontsnappen en daarmee verslaafd te maken?! In Tivoli/Vredenburg bleek overigens dat een andere bevinding Haidt inmiddels misschien nog wel meer zorgen baart, namelijk de toegenomen fragmentatie van de aandacht en de afname van het concentratievermogen onder jongeren van generatie Z. Langere teksten lezen is daardoor lastig voor hen en dat doen ze dus ook steeds minder. |
Arjan van Veelen, één van mijn favoriete columnisten, gaat in NRC vol op het orgel tegen “de doemprediker Haidt”. Want is niet elke nieuwe technologie altijd weer de duivel geweest? Al het goede gaat nu eenmaal vergezeld van iets kwaads. We willen het kind toch niet met het badwater weggooien?!In de trein ziet hij mensen de krant lezen of Arabisch leren op hun telefoon. Zijn kinderen spelen Minecraft, waarmee ze hun fantasie, logica en vermogen tot samenwerken trainen. Die toename van mentale problemen – heeft dat niet eerder te maken met de grotere openheid van deze generatie, waardoor ze vaker worden gerapporteerd?! Zelf heeft hij “het monster gedresseerd” en geniet van de voordelen, met zo min mogelijk nadelen. Misschien zit hem daar juist wel de kneep. Want wie is ondertussen eigenlijk de baas? Wij zelf of onze telefoon? En wegen de voordelen wel op tegen de nadelen? De bekende Vietnamese monnik en vredesactivist Thich Nhat Hanh zag technologie als iets wat ten koste gaat van de zorg en aandacht voor onszelf, onze geliefden en onze planeet. En als iets wat we niet in de hand hebben. Hij gebruikt de metafoor van een ruiter te paard. Een voorbijgaande wandelaar roept de ruiter toe: waar ga je heen? Waarop de ruiter antwoordt: geen idee, dat moet je het paard vragen! In een notendop is dat ook de conclusie van Floor Rusman ten aanzien van AI: “in theorie kunnen we denken over nut en noodzaak van AI, in de praktijk overkomt het ons”. De macht van de techsector is groot, evenals de menselijke neiging om het onszelf gemakkelijk te maken. Bovendien is het niet zo eenvoudig om niet mee te gaan in de technologische vaart der volkeren – voor je het weet lig je eruit. Het resultaat is echter wel dat we in toenemende mate worden ontmoedigd om nog zelf te lezen, zelf te schrijven en zelf na te denken, schrijft Rusman. Om die reden bestaat er zoiets als opvoeding en beschaving, bedoeld om ons tegen onszelf en onze onheilzame impulsen te beschermen, zodat we een goed en zinvol leven kunnen leiden. Als mens, niet als robot. Dat vraagt om visie, ook op de langere termijn. Wie willen we zijn met z’n allen? Waar willen we heen? Hoe gaan we dat doen? En willen we dat wel overlaten aan diegenen die daar momenteel over gaan? Haidt meent dat te veel jongeren, en zeker de kwetsbaren onder hen, onvoldoende in staat zijn om hun smartphone- en sociale mediagebruik zelf in de hand te houden en pleit dan ook voor een verbod vóór het zestiende jaar. Hij onderkent de baten, maar vindt dat die niet opwegen tegen de kosten. Ook bezorgde ouders en leerkrachten willen niet langer wachten op de definitieve analyse van dit ‘sociale experiment’, zoals Haidt de bijna ongelimiteerde blootstelling aan smartphone en sociale media van jongeren noemt. Zij zijn de grassroots organisatie Smartphonevrij Opgroeien gestart. Inmiddels ligt er een advies van OCW om de smartphone uit de klas te bannen en het lijkt erop dat dit positieve effecten heeft. Kennelijk wordt er in de pauzes weer meer gekletst en in de klas weer meer geleerd. |